Wandelingen naar de Brievenbus

Wandelingen naar de Brievenbus

by Marijke Appelman

Postcorrespondentie en wandelen als onderzoek zijn beide thema's en benaderingen in de Wandelingen naar de Brievenbus opdracht. Het begint met de vraag hoe je een gesprek vertaalt naar een 'mail artwork' (postkunstwerk). Deze opdracht combineert individueel werk, uitwisseling van en reflectie op peer-to-peer interacties en groepswerk.

Ansichtkaarten van kunstenaars (actief geproduceerd vanaf de jaren 1960) zijn in de hedendaagse kunstgeschiedenis vooral verborgen gebleven en werden over het hoofd gezien. Deze artistieke kennis is sociale kennis, waarbij de ansichtkaart een experimentele kunstvorm is en, net als het schrijven van brieven, dient als middel om te verbinden.

Tijdens deze opdracht richt de student zich in een reeks stappen op de productie van postkunstwerken en een wandelende onderzoeksmethode, in combinatie met de notie van faciliteren, openbaar maken en leren door te doen. Samen vormen deze pedagogische elementen een dialogisch, performatief proces waarin de emancipatie van het niet-weten een vitale rol speelt en de uitwisseling tussen ‘peers’ (gelijken) binnen de groepsdynamiek wordt gestimuleerd.

Met al zijn beperkingen blijft het digitale klaslokaal een plaats van mogelijkheden. Door te wandelen, te archiveren en gesprekken en ervaringen te laten blijven hangen tot lang nadat we onze ‘break-out rooms’ hebben verlaten, blijven we onze bevindingen waarderen, observeren en delen. Ook verzamelen en creëren we actief sporen die kunnen worden gedeeld en hergebruikt. Wij faciliteren een open klas die meerdere gezichtspunten laat samenkomen, zodat ons leren niet beperkt blijft tot resultaten/oplossingen/goed of fout. We onderzoeken onze continu veranderende rollen als studenten, praters, luisteraars, zenders en ontvangers in een steeds meer verbonden en gecompliceerde wereld. Deze uitwisseling gaat over het scheppen van ruimte voor kritisch bewustzijn door middel van dialoog.

  • A1: Eerste bijeenkomst: deel 1 (2 uur)
    • Begin met een inleiding over het onderwerp postkunst. Maak kennis met de grote verscheidenheid aan voorbeelden en geschiedenissen van postkunst aan de hand van enkele voorbeelden uit de referentielijst. 
    • Verdeel de studenten over tweetallen. Nodig hen vervolgens tijdens een gesprek van een uur uit voor een dialoog met elkaar, op hun voorwaarden. Dit gesprek kan plaatsvinden in een break-out room (in Zoom of Teams) of persoonlijk, afhankelijk van de situatie. Deze uitwisseling geeft de tweetallen de tijd om een gesprek te voeren dat ze uiteindelijk zullen vertalen in een postkunstwerk. 
    • Vraag elke student om een ansichtkaart voor zijn/haar medestudent te maken. De studenten kunnen dit kunstwerk maken van alledaags materiaal en in de vorm van een ansichtkaart die vraagt om te worden opgepakt, omgedraaid, getoond aan vrienden en opgenomen in hun leven. De enige artistieke beperking is dat het door een brievenbus moet passen. 
    • Binnen dit kader stellen we actief de vraag wat het is dat je teruggeeft met een houding van radicale openheid richting de ander. Oefen hoe je deel uit kunt maken van een gesprek en hoe je iets voor kunt stellen (woorden, bestede tijd). Wat zijn de contouren? Hoe voelt het? Hoe kun je overbrengen hoe jij een handeling waar je bekend mee bent zin geeft? In een poststuk waarin zorg en tederheid even cruciaal zijn voor vakmanschap en artiest ‘persona’.
  • A2: Eerste bijeenkomst – deel 2 (bijeenkomst van 1 uur + zelf uitvoerbaar werk)
    • Begin met een gesprek van een uur over artistieke praktijken met betrekking tot wandelen en een inleiding tot het begrip Dérive. 
    • Wat opmerkingen over wandelen: Wandelen betekent niet alleen in een rechte lijn van punt A naar punt B lopen. Je kunt ook wandelen om het wandelen, waarbij wandelen een methode op zich is. Tijdens het wandelen kun je jezelf toestaan te ‘dérive-en’ (te drijven): een concreet moment van de dag reserveren om alle andere activiteiten te laten voor wat ze zijn en je omgeving te gaan verkennen met diepgaande aandacht en openheid voor het onverwachte. We gaan verder met het fysieke werk in de hand vanuit onze digitale ruimtes, wetende dat digitale lichamen niet volledig losgekoppelde projecties zijn van onze werkelijke lichamen en daarmee de noodzakelijke overgang naar een buitenwereld en onze directe omgeving makend. In deze hybride leerervaring wordt het lichaam een instrument voor materiële betekenisgeving en observatie.
    • Elke student stuurt nu de ansichtkaart die hij/zij heeft gemaakt naar zijn/haar medestudent. Om dat te doen moet elke student het dichtstbijzijnde postkantoor of de dichtstbijzijnde brievenbus vinden en een kaart en methode bedenken om daar te komen. Zoek tenslotte een manier om de wandeling vast te leggen en te documenteren. 
    • Als het om wat voor reden dan ook niet mogelijk is om te wandelen, kan de deelnemer besluiten zijn/haar wandelinstructies aan een andere persoon te geven.
  • A3: Tweede bijeenkomst (bijeenkomst van 1 uur + zelf uitvoerbaar werk) 
    • Na een paar dagen ontmoeten we elkaar weer (persoonlijk of online, afhankelijk van de situatie) om onze ervaringen met het versturen en ontvangen van de ansichtkaart en het wandelen te bespreken, te bekijken en te delen.
    • Na dit gesprek laten we de studenten kennismaken met het online platform. Op dit platform delen de deelnemers al hun ervaringen uit de opdrachten A1 en A2 en co-creëren zij een (online) archief. Studenten kunnen alle vormen van documentatie toevoegen – dagboeken, objecten, materiële verkenningen, tekst, tekeningen, muziek, transcripties van gesprekken, video’s, scans, fotografische documentatie, geluidsopnamen, enz. Alle bijdragen zijn welkom, en het open archief maakt het gemakkelijk voor studenten om elkaars ervaringen en manieren van werken aan de opdrachten te bekijken. Gebruik vervolgens de hele dag om de inhoud te uploaden.
  • A4: Derde bijeenkomst (3 uur)
    • Tijdens deze bijeenkomst nodigen wij de studenten uit om het postkunstwerk dat zij van hun medestudent hebben ontvangen opnieuw te bewerken. Dit keer zullen ze ook werken met het collectieve archief. De studenten vormen groepjes van vier. Binnen deze groepen zullen zij elkaar ontmoeten. Samen zullen ze brainstormen over hoe ze een intieme, persoonlijke uitwisseling tussen leeftijdsgenoten kunnen vertalen naar een werk dat ze met een breder publiek kunnen delen.
    • Afhankelijk van hoe de groep kan samenkomen (digitaal/fysiek/hybride), zullen uit deze sessies specifieke vormen van communicatie en lezen voortkomen. De groep kan bijvoorbeeld geïnspireerd worden om samen te wandelen. Of om een gesprek te voeren via een medium naar keuze. Het doel is om samen in een groep te co-creëren hoe je een gesprek voert, hoe boodschappen reizen en hoe samenwerking tijd kost.
    • De studenten bewerken nu het per post ontvangen kunstwerk en sturen de herziene versie naar de drie andere groepsleden.
  • Veel inspirerende voorbeelden van postkunst zijn o.a. gemaakt door Ray Johnson, On Kawara, Yoko Ono, Adrian Piper, Jenny Holzer, Dear Data PROJECT, Queer Correspondence en Zoe Leonard.
    Kunstenaars verbonden met de Fluxus-beweging gebruikten vaak postkunst als onderdeel van hun artistieke uitvoering. In de jaren 1960 en 1970 belichaamde de ansichtkaart de betrokkenheid van de beweging bij experimentele kunstvormen en uitte zij haar ontgoocheling over het elitaire karakter van de kunstwereld.
  • Boekverwijzingen: Artists’ Postcards: A Compendium (2012) en The world exists to be put on a postcard, Artists’ postcards from 1960 to now (2019) beide door Jeremy Cooper.
  • Informeer naar de (lokale) beperkingen voor het versturen van een ansichtkaart. De NL-norm is bijvoorbeeld een minimumformaat van 14 x 9 cm en een A4-formaat als maximum (C4-enveloppe: 22,9 x 32,4 cm) en een gewicht van maximaal 350 gr. voor één postzegel van € 0,96.
  • Inspirerende wandelpraktijken zijn bijv. het werk van Stanley Brouwn(This Way Brouwn) en het gebruik van de digitale app Dérive (2013).(Het begrip Dérive werd ontwikkeld door de Situationist International, een organisatie van kunstenaars, intellectuelen en politieke theoretici die experimenteerden met conceptuele vormen van kritiek op de kapitalistische samenleving).
Een afbeelding van een ansichtkaart waarop de volgende tekst staat (in zowel het Engels als het Nederlands): ‘Ik moest naar de brievenbus lopen om deze kaart te posten’ / 'I had to walk to a postbox to send this postcard'. De tekst is zwart en de ansichtkaart is effen gebroken wit op een zwarte achtergrond. De ansichtkaart is verschoven in een scanner, waardoor de linkerkant en het midden van de rechterkant vervormd en kromgetrokken zijn, en er bevindt zit een rode, op een postzegel lijkende vorm in de rechterbovenhoek.
I had to walk

I had to walk by Marijke Appelman is licensed with CC BY 4.0

Kunstenaar en docent Marijke Appelman ontwikkelde deze opdracht voor studenten van de opleiding Sociale Praktijken aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. De 1e-jaars bachelorcursus, die zij samen met collega’s Karlijn Souren en Michelle Teran bedacht, was gebaseerd op Solivitur ambulando (oplossen door wandelen) om te verwijzen naar een probleem dat wordt ‘opgelost’ door een praktisch experiment. Ik (Marijke) ben rond het afstuderen van mijn BA in Fine Art in 2008 begonnen met het versturen van postkunst. Voor deze tekst heb ik citaten gebruikt uit ons collectieve archief en briefings voor onze cursus aan de Willem de Kooning Academie, Rotterdam, en mijn onderzoeksproject “A Pedagogy-in-Process: The Artist-Teacher in the Feminist Classroom (2020)”, dat hier te vinden is: http://meia.pzwart.nl of hier: https://graduation.projects.wdka.nl/2020-marijke-appelman/projects/a-pedagogy-in-process-the-artist-teacher-in-the-feminist-classroom.

Author’s Encouragment
Zowel feministische als sociale praktijkpedagogie is belichaamd en zintuiglijk werk. Materialiteit activeert gedachten net zo goed als dat dat andersom gebeurt (gedachten activeren materialiteit). Door onze handen te gebruiken terwijl we praten, gebruiken we tegelijkertijd zelfexpressie en creëren we opnames die signalen afgeven over het cruciale maar vaak over het hoofd geziene belang van de relaties die we vormen, zowel rond als als onderdeel van onze maakprocessen. In al deze uitwisselingen worden de perspectieven van de studenten (zender en ontvanger) als uniek en waardevol beschouwd en opgenomen in de co-creatie van kennis. Voor sociale beoefenaars is cultureel werk geworteld in sociale landschappen waarin men actief moet luisteren en reageren.

Zoals in al het onderwijs moeten de oefeningen van de kunstacademie waaraan wij deelnemen mensen bevrijden en zorg, bezorgdheid en vooral verbondenheid bevorderen. Niet alleen met elkaar, maar ook met gemeenschappen, meer-dan-menselijke lichamen, land en hulpbronnen. Wij zetten lesgeven om in het uitvoeren van activiteiten om een praktijk op te bouwen die bijdraagt, levens en geschiedenissen erkent en waardeert. Wij streven naar een emancipatoire leerervaring voor studenten in een (feministische) klas als gemeenschap en samenwerking. Door te werken met het begrip ‘zelf-archivering’ stellen we ons open voor elkaar en leren we met en van elkaars ervaringen, oefenen we reflectieve verantwoording en onderzoeken we hoe je eventueel voor anderen kunt spreken terwijl je je eigen perspectieven op het materiaal inbrengt.

Additional Tools

  • Zoom
  • Dérive, https://deriveapp.com
  • Randonautica, https://www.randonautica.com
  • Hotglue, https://hotglue.me
  • A series of online meetings (computer, Internet, Zoom), commonplace materials, a postal address (letter box & stamps), optional: apps on mobile phones (Dérive, 2013 and Randonautica, 2020), (Google) maps, and an online archive (Hotglue or another platform).