In deze opdracht gaan we uit van thematische beschouwingen van ‘geweld’ binnen een breder begrip van machtsverhoudingen. Geweld bestaat in vele vormen, ruimtes en schalen, met verschillende graden van zichtbaarheid. Enerzijds hebben we allemaal wel eens geweld meegemaakt. Tegelijkertijd vallen ons misschien nauwelijks de vele andere vormen en gevallen van geweld op die voor ons onzichtbaar zijn. In Geweld opnemen duiken we in en denken we samen na over een aandachtig, helder en complex begrip van ‘geweld’. We benaderen het onderwerp geweld op/in verschillende schalen, registers en vormen. We bekijken geweld vanuit het oogpunt van bepaalde vormen van zijn in de wereld boven andere, het monddood maken van andere vormen van kennis en structurele kapitalistische logica’s en processen; van de schaal van niet-menselijke en menselijke lichamen tot land en planeet; van alledaagse tijdelijke ontmoetingen tot brede economische structuren.

Deze cursus richt zich op ‘opnemen’ als overkoepelende methode om in bovengenoemde kwesties te duiken en geweld leesbaar, zichtbaar en tastbaar te maken. Deze methode kan gezien worden als een praktijk van het verzamelen, ordenen, inkaderen en openbaar maken van informatie; informatie die visueel, tekstueel, auditief, bewijskrachtig of belichaamd kan zijn. Daarnaast omvat de opname praktijken van documentaire maken, documentatie en archivering, tekenen, transcriberen, veldopname, ‘mapping’ en cartografie, om er een paar te noemen.

ALGEMENE STRUCTUUR VAN DE EINDOPDRACHT:
De eindopdracht bestaat uit drie onderdelen: a) Teamopdracht, b) Schrijfopdracht en c) Collectieve openbare opdracht.

• a) Teamopdracht (groep)
  Kies als groep gezamenlijk een thema over geweld dat jullie willen onderzoeken. Elk groepslid brengt zijn/haar persoonlijke aanpak, vaardigheden en instrumenten mee om de gevallen, sporen of aspecten van geweld ‘op te nemen’. Hier verzamel je beeldmateriaal en ander materiaal dat je interesseert, dat door jou of anderen gemaakt of ergens anders gevonden kan zijn. Rangschik deze opnames samen als een groep en zet een compleet archief op. Blijf steeds herschikken, verzamelen, bewerken en nieuwe relaties en arrangementen maken. Gebruik annotaties om relaties te vinden, vragen te stellen en de verzameling/het archief dat je hebt gemaakt uit te breiden en te verlengen. Als je verder gaat, bedenk dan hoe een publiek dit zou kunnen begrijpen. Welke media, vormgeving, format en ruimtelijke ordening zijn daarvoor nodig? Hoe zou dit kunnen worden geordend en begrepen op een manier die de relaties en complexiteiten van het door jullie onderzochte geweld schetst? Het archief dat gedurende de paar maanden dat de cursus duurt wordt gemaakt, omvat gesprekken en tutorials terwijl de klas het archiefwerk doet. Het uiteindelijke archief wordt collectief gecureerd door alle leden van de groep, die het zullen gebruiken om het uiteindelijke werk (vrije vorm) te maken. Tenslotte presenteert elk team het archief aan de rest van de groep.
  * Houd in gedachten dat om een collectief, toegankelijk archief op te bouwen, de klas samenwerkt aan een Hotglue landingspagina, met links naar de projecten/archieven van alle groepen of hun documentatie. Dit proces is een oefening in documentatie, communicatie en collectiviteit.

• b) Schrijfopdracht (individueel + groep)
  De schrijfopdracht bestaat uit twee elementen: a) een archief/compilatie van individuele schrijfopdrachten gedurende de hele cursus en b) een afsluitende groepsopdracht.
  • B1) De studenten werken aan een reeks onderzoeks- en schrijfopdrachten die ze individueel moeten inleveren en die overeenstemmen met de thematische seminaropdrachten die gedurende de cursus zijn gegeven. In elk thematisch deel schrijven de studenten een tekst van 300 woorden waarin ze reflecteren op een lijst met vragen over het onderwerp.
    Voor de eindverzameling zullen de studenten aan het eind van de cursus alle inzendingen bundelen als een archief. Dit archief moet de overwegingen en het gedachtegoed van de studenten tijdens deze cursus bevatten.
    Het archief moet op de Hotglue-pagina staan. Hoe deze archieven worden opgemaakt en gepresenteerd is aan de studenten.
    * Voor persoonlijke opdrachten wordt de studenten gevraagd een fysieke ‘publicatie’ in de brede zin van het woord te maken.
    We hebben bijvoorbeeld een thematisch seminar aangeboden over ‘Strangeness and Otherness’ (Vreemdheid en Andersheid), waarin we de studenten kennis lieten maken met de begrippen ‘ontmoeting’ en ‘vreemdheid’ aan de hand van theoretische teksten van Sara Ahmed (opgenomen in de referenties bij deze opdracht). Vervolgens vragen we de studenten om met hun werk na te denken over een serie vragen die hen ertoe aanzet te reageren op het denken in de tekst, zoals:
    • Wat hebben jullie geleerd?
    • Wat zijn jullie gedachten over ‘het verbeelde’ in relatie tot macht? En wat betreft het normatieve?
    • Wat zijn jullie gedachten over het begrip ‘ontmoeting’ in jullie groepsproject?
    • Wat zijn jullie gedachten over het begrip ‘vreemdheid’? Wat voor voorbeelden kun je bedenken?
    • Welke voorbeelden in jullie groepsproject zouden relevant zijn voor dit concept?

• • B2) De studenten wordt gevraagd om als groep een briefing voor hun eindproject te maken. Deze tekst maakt deel uit van de ontmoeting van de kijker met het archief. Het werkt zowel als een samenvatting als een opdracht voor het archief dat je voorlegt. Zo moet het beknopt en consistent zijn en het centrale punt van elk archief uiteenzetten. Zorg ervoor dat het volgende bevat: de titel, datum, naam van de maker, colofon, en relevante bibliografie.

• c) Collectieve openbare opdracht (hele klas)
  Samen maken de klasleden een (digitale) tentoonstelling van de werken om de archieven te delen en zichtbaar te maken. Deze opdracht bestaat uit het coördineren en organiseren van het publieke moment, het nemen van collectieve beslissingen, het delen van logistieke arbeid en andere onderhandelingen die door alle leden van de klas worden gedeeld.

• Ahmed, S. (2000). Strange Encounters: Embodied Others in Post-Coloniality. Psychology Press.
• Bouteldja, H. (2016). Whites, Jews and Us. South Pasadena: Semiotext (e).
• Butler, J. (2011). Bodies that Matter: On the Discursive Limits of Sex. Taylor & Francis.
• Butler, J. (2006). Precarious Life: The Powers of Mourning and Violence. Verso Books.
• Butler, J. (2020). The Force of Nonviolence: The Ethical in the Political. Verso Books.
• Fanon, F. (2007). The Wretched of the Earth. Grove/Atlantic, Inc.
• Han, B.-C. (2017). Psycho-Politics: Neoliberalism and New Technologies of Power. Verso Books.
• Joler, V., Pasquinelli M. (2020). The Nooscope Manifested. AI as Instrument of Knowledge Extractivism.
  https://nooscope.ai/
• Koopman, S. (2008). Imperialism within: Can the Master’s Tools Bring Down the Empire? ACME: An International Journal for Critical Geographies, 7(2), 283-307.
• Mbembé, J. A., & Meintjes, L. (2003). Necropolitics. Duke University Press.
• O’Neal, C. (2016). Weapons of Math Destruction: How Big Data Increases Inequality and Threatens Democracy. Crown.
• Said, E. W. (1979). Orientalism. Vintage.
• Sontag, S. (2003). Regarding the Pain of Others. Diogène, (1), 127-139.
• Steyerl, H. (2010). “A Thing Like You and Me”.
  http://worker01.e-flux.com/pdf/article_134.pdf
• Tsing, A. (2017). The Mushroom at the End of the World: On the Possibility of Life in Capitalist Ruins. Princeton University Press.
• Wekker, G. (2016). White Innocence: Paradoxes of Colonialism and Race. Duke University Press.

Deze opdracht werd ontwikkeld door Rosa Pons-Cerdà en Golnar Abbasi voor derdejaars bachelorstudenten die studeren binnen de opleiding Powerplay aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Versies en variaties van deze opdracht zijn uitgewerkt samen met Sami Hammana, Javier LLoret Pardo, Seecum Cheung, Sarmad Platform en Neverland Cinema.

Prior Knowledge and Preparation
Kennis hebben van de geschiedenis en discours van geweld, kolonisatie en antropocentrisme is belangrijk. Ook inzicht in de kritische standpunten in het discours over archivering is cruciaal bij het begeleiden van studenten.

Accessibility:
Assistance for Learners

Deze opdracht kan persoonlijk of online worden uitgevoerd. Het is eerder zowel persoonlijk als online uitgevoerd en werkte in beide gevallen goed.

Online hulpmiddelen zoals Hotglue, Zoom, Teams en andere soortgelijke platforms bieden meer toegankelijkheid voor bepaalde groepen van vaak gemarginaliseerde studenten, zoals gehandicapte en andersvalide studenten, introverte en verlegen studenten en studenten met sociale angst.

Aangezien deze opdracht een zekere mate van kwetsbaarheid vereist, moeten docenten en studenten er bovendien op letten waar zij zich prettig bij voelen en een ruimte creëren waarin anderen zich veilig open kunnen stellen.

Additional Tools
Hotglue is het belangrijkste platform voor het archiveren van de werken in deze opdracht (www.hotglue.me). Voor de ontwikkeling van de opdracht zelf staat de cursus echter open voor media en instrumenten waarmee de studenten willen werken op basis van hun disciplinaire opleiding of transdisciplinaire ontmoetingen in de klas/workshop. Eerder hebben studenten gewerkt met 3D, augmented reality, video- en animatietools, game design, geluidsopname en tekentools (online en fysiek).
Voorheen werd de cursus online gegeven via Teams, Zoom en persoonlijk.